Uitreiking KHSP: Coproductie zegeviert bij scenarioschrijvers

28 november 2019

Door Katja Keuchenius

Vrijdag 22 november werd de Kees Holierhoek Scenarioprijs uitgereikt voor het beste Nederlandstalige scenario voor een tv-dramaserie. Tijdens de lezing voorafgaand aan de uitreiking benadrukte de Deense scenarioschrijver Nicolaj Scherfig het belang van coproductie. Daarmee had hij de winnaar van de avond kunnen voorspellen.

“Ik hoorde dat hier vooral schrijvers zitten”, Nicolaj Scherfig neemt het woord in de Nieuwe Liefde in Amsterdam. “Dat is mooi, want schrijvers zijn de beste mensen ter wereld.” Het is niet zomaar een opmerking om de zaal gunstig te stemmen. Scherfig, bekend van onder meer THE BRIDGE, vertelt vanavond dat de internationale allure voor series uit Denemarken vooral te danken is aan schrijvers. Dat begon in de jaren negentig, toen de enige Deense publieke zender ‘met zijn rug tegen de muur’ stond.

Recept voor succes

“De zender verkeerde in een enorme crisis. Niemand keek en er was discussie over hoeveel geld er nog heen moest gaan”, zegt Scherfig. De oplossing leek te liggen in fictie, gaat hij verder. Dat was de zender niet gewend te maken, maar de tijden waren veranderd. TWIN PEAKS had ondertussen iedereen van zijn sokken geblazen en de komst van satelliet tv voerde de druk op de enige Deense zender nog verder op. Dat was achteraf gezien goed, denkt Scherfig, want juist onder druk worden mensen inventief. “In diezelfde tijd stond ook HBO met zijn rug tegen de muur, omdat de interesse in bokswedstrijden daalde. Juist toen verschenen THE WIRE en THE SOPRANOS.” De Deense evenknie was TAXA, waar Scherfig, toen net klaar met de filmschool, zelf aan meeschreef. “Het was een experimentele tijd”, zegt hij. “We kregen als schrijversteam alle ruimte. TV werd gezien als schrijversgedreven medium.

Juist dat zorgde volgens Scherfig voor het succes van TAXA. De serie over twee taxibedrijven in Kopenhagen veroverde niet alleen de Deense harten, maar ook die van buitenlandse kijkers, zoals de Zweden en Noren. Dat was ook het begin van een rare relatie tussen Zweden en Denemarken, zegt hij. “Zweden is een beetje de grote broer van Scandinavië, ze worden ook wel het Scandinavische Duitsland genoemd.” In het begin van de jaren negentig keken de Denen veel Zweedse miniseries. Nu werden juist Deense series geëxporteerd naar Zweden. Zweden en Noorwegen investeerden zelfs volop mee in Deense series. Andersom gebeurde dat niet. “Zweden was er verongelijkt over”, zegt Scherfig. THE BRIDGE, een coproductie met Zweedse en Deense makers, was bedoeld om dat recht te trekken.

Denen vs Zweden

“We hadden geen idee dat dit een internationale doorbraak zou worden”, blikt de schrijver terug. Maar natuurlijk deden hij en zijn Zweedse co-schrijver Björn Stein er wel hun best voor. Ze namen een voorbeeld aan THE KILLING. “Maar dan mét humor”. Daar droegen vooral de twee hoofdpersonages aan bij. De Deense en Zweedse scenarioschrijvers maakten hen expres tot de karikaturen die beide landen van elkaar hebben. Saga is een koude, mooie, hard werkende Zweed. Martin een gezellige, ietwat luie Deen die van lekker eten en drinken houdt. “Die personages zijn ook wel op onszelf gebaseerd”, grinnikt Scherfig. Op de achtergrond toont een foto van een lachende, dikbuikige Martin inderdaad wel wat gelijkenissen.

Onverwachts werd THE BRIDGE een groot succes. “Van de serie verschenen inmiddels al een Franse, Britse, Amerikaanse, Zuid-Amerikaanse en Russische variant”, zegt Scherfig trots. Hij overtoept dat nog met de opmerking: “Maar de originele is nog steeds het meest populair.”

Scherfig sluit af met de voorspelling van drie trends voor scenarioschrijvers. “Tv en journalistiek zullen samensmelten”, luidt de eerste. Als voorbeeld noemt hij TJERNOBYL en het Israëlische OUR BOYS. Een tweede trend die hij ziet aankomen zijn goedkope series. “Simpel en sterk, met twee mensen die een kwartier met elkaar in dialoog gaan.” Daar ontstaat volgens Scherfig een markt voor, waar vooral één type maker bij nodig is. “De schrijvers”, jubelt hij zijn favoriete wereldbewoners toe. Ten slotte voorspelt hij meer coproducties, zoals THE BRIDGE. “Hoe kunnen we verhalen maken met verschillende werelden en culturen?” Hij nodigt iedereen uit om daarover mee te praten op de Internationale Conferentie voor Scenarioschrijvers, volgend jaar in Kopenhagen (zie hier).

Diversiteit

Het tweede deel van de avond borduurt – toevallig of niet – voort op het onderwerp coproducties, en het daaraan gerelateerde thema diversiteit. “Op dat gebied valt in de Nederlandse series nog veel te winnen”, zegt juryvoorzitter Joop Daalmeijer. “Er wordt steeds meer Nederlands oorspronkelijk drama ontwikkeld en dat komt de kwaliteit van de series ten goede. Maar er moet ook een grotere diversiteit aan kleur, gender, geaardheid en herkomst aan het woord komen.” De jury moedigt dat aan met haar prijzen. De eervolle vermelding gaat naar ANNE+, een verheugde Maud Wiemeijer bedankt voor de aandacht voor ‘dit kleine lesbische serietje’. De stimuleringsprijs gaat naar Ashar Medina voor TOM ADELAAR, een film over een Surinaamse jongen die een Nederlandse naam gebruikt om zijn sales-cijfers op te krikken.

Dan is het tijd voor de hoofdprijs van de avond. “Vorige editie stonden er vier schrijvers op de lijst genomineerden”, zegt Daalmeijer. “Dit jaar zijn het er zeventien.” Vooral FENIX draagt daaraan bij, met een achtkoppig schrijversteam. “Waarom zo veel?”, wordt gevraagd wanneer producent Fleur Winters en schrijver Marco van Geffen op het podium verschijnen. “Iedereen is er natuurlijk allereerst vanwege het talent en omdat het fijn is om met hen te schrijven”, antwoordt Van Geffen. Maar de makers zochten ook nadrukkelijk een Belg en een Spanjaard voor de Belgische en Spaanse verhaallijn in het scenario.

De hoofdprijs van de avond gaat net voorbij aan PENOZA, “met een weergaloze vrouwenrol”, aldus het jury rapport, en TREURTEEVEE, “breekt een lans voor de aarzelende mens”. Het is FENIX die er dit jaar met de Kees Holierhoek Scenarioprijs vandoor gaat. Een stoïcijnse Marco van Geffen en een verblufte Fleur Winters beklimmen opnieuw het podium. “Ja, we zijn er natuurlijk erg blij mee”, zegt de Van Geffen droogjes, met gelach uit de zaal als antwoord. “Te gek! Megablij! Ik ben echt een beetje van mijn stuk!” vult Winters aan. Ze knikken allebei instemmend op het voorstel van de jury: op naar seizoen twee.